Parkieten kweken.

Uw hobby, mijn hobby!

Kleurvererving bij grasparkieten.   

Er zijn grofweg drie mogelijkheden:
- dominante vererving
- geslachtsgebonden vererving
- recessieve vererving. 

Dominante vererving:
Dominante vererving geldt voor de kleurslagen dominant bont, spangle, grijs, violet en geelmasker.
Normaal x dominant = 50% dominant, 50% normaal
Dominant x dominant = 25% normaal, 50% dominant, 25% dubbelfactorig dominant. Dubbelfactorig bont of dubbelfactorig spangle = geheel geel of wit.
Bij dubbelfactorig geelmasker is het masker wit.
Een vogel kan niet split zijn voor een dominante factor, maar deze wel verborgen bij zich dragen. 

Geslachtsgebonden vererving:
Geslachtsgebonden vererving geldt voor de kleurslagen lutino, albino, opaline, cinnamon en lacewing (cinnamon albino).
Ino man x ino pop = 50 % ino man, 50 % ino pop.
Ino man x normaal pop = 50 % normaal / ino mannen, 50 % ino poppen.
Normaal man x ino pop = 50 % normaal / ino man en 50 % normaal pop
Normaal / ino man x normaal pop = 25 % normaal man, 25 % normaal / ino man, 25 % normaal pop, 25 % ino pop.
Normaal / ino man x ino pop = 25 % normaal / ino man, 25 % ino man, 25 % normaal pop, 25 % ino pop.
Mannen kunnen split zijn, d.w.z. de kleurslag vererven zonder dat de vogel zelf de kleur heeft (split wordt weergegeven door schuine streep / ). Poppen kunnen nooit split ino zijn. 

Recessieve vererving:
Recessieve vererving geldt voor de kleurslagen: blauwfactor, recessief bont, grijsvleugel, overgoten.
Normaal x recessief = 100% normaal / recessief.
Normaal / recessief x normaal / recessief = 25% normaal, 50% normaal / recessief, 25% recessief.
Normaal / recessief x recessief = 50% recessief, 50% normaal / recessief.
De recessieve kleur blijft verborgen, tenzij beide ouders de erfelijke eigenschap bezitten.
 

Bron: www.harrieaardema.nl